Boy 7 (15 page)

Read Boy 7 Online

Authors: Mirjam Mous

Tags: #roman, #Wierook22

BOOK: Boy 7
6.45Mb size Format: txt, pdf, ePub

Boy Seven, het slaafje van CooperationX.

12

In de kamer was het stil, maar binnen in mij woedde een orkaan. Ik twijfelde ineens aan alles. Wie was ik? Hield ik echt van pizza en spareribs of was dat alleen maar een bedenksel van CooperationX? Had Jones de microchip zo geprogrammeerd dat ik het nummer van Clapton op de radio herkende? De keus van de kaki broek met de handige zakken boven de jeans met de belachelijke stiksels.

Het besluit om naar de Pizza Hut en het grijze gebouw te gaan. Het afluisteren van het voicemailbericht. Het inspreken van het voicemailbericht! Ik wist niet meer wat ik uit mezelf had gedaan en wat gemanipuleerd was. Waar hield Sam Waters op en begon Boy Seven, de robot? Zelfs alles wat ik nu voelde en dacht, kon een trucje met mijn hersens zijn. Mijn hele wezen was mogelijk een leugen.

Het idee was zo misselijkmakend dat ik bijna het bewustzijn verloor. Badkamer! Ik kon alleen nog maar kruipen, alles om me heen bewoog alsof ik op een boot zat.

Eindelijk, daar was het eigele matje. Hoofd optillen. Net
op tijd. Een zure golf steeg op in mijn keel en mijn ogen vulden zich met tranen. Toen braakte ik in de wc-pot.

Ik zat nog steeds op de grond van de badkamer, met mijn rug tegen de koele tegelmuur en het notebook op mijn schoot. Ik had het instinctmatig vastgehouden tijdens mijn tochtje naar de wc, waardoor het er nogal verfomfaaid uitzag. Ik streek de pagina’s zo goed als het kon glad en probeerde tegelijkertijd de gekmakende gedachten in mijn kop glad te strijken.

Nadenken! Jones had me niet totaal in zijn macht. Dit note book was het bewijs. Het was precies hetzelfde notebook als ik van Kathy voor mijn verjaardag had gekregen.

Zelfs de kleur klopte. Zo veel toeval bestond niet. Ik wist zeker dat het mijn eigen beslissing was toen ik het zonder aarzelen uit het schap had gepakt.

En waarom kwamen de witpakken me niet halen? Als Lara de usb-stick aan Jones had gegeven, kon hij me toch weer naar de instelling laten terugbrengen?

Het geluid op het dak!

Ik strekte mijn arm uit en klemde mijn vrije hand om de wastafel zodat ik me eraan kon optrekken. Mijn knieën waren nog wat wankel, maar toen stond ik dan toch. In de spiegel tegenover me zag ik een jongen met verwilderde ogen en een trillend spiertje boven zijn linkerwenkbrauw.

‘Wat hebben ze met je gedaan?’ hoorde ik mezelf zeggen. Zag ik de jongen in de spiegel zeggen.

Ophouden, anders werd ik nog echt gek!
Ik draaide de kraan open en hield mijn hoofd onder de straal. Het water was zo ijskoud dat het leek alsof mijn hersens doormidden spleten. De pijn bracht me weer bij mijn positieven. Ik boende mijn gezicht, wreef in mijn ogen, spoelde mijn mond en dronk alsof ik dagen in de woestijn had rondgezworven. Kraan dicht. Ik droogde mijn druipende haren met een handdoek. Toen was ik weer helder genoeg om na te denken.

Eerst controleren of het huis omsingeld was en of er iemand op het dak zat.

Ik liep naar het raam bij het balkon en verborg me achter het gordijn. Als ik de vitrage opzijschoof kon ik praktisch de hele tuin overzien. Bobbie zat op haar knieën bij een bloemperk en stak een schepje in de grond. Lara stond naast haar met een kistje vol plantjes en gaf haar er telkens eentje aan. Alles leek normaal en volkomen onschuldig. Ik ging op het balkon staan, zodat ik op het dak kon kijken. Ook al niets bijzonders te zien. Had ik het me dan allemaal verbeeld? Of wilde Jones eerst controleren of hij de juiste stick had gekregen en zou hij daarna pas…

Als hij kwam, moest ik voorbereid zijn!

Ik sloop weer naar binnen, sloot de deur en controleerde of de deur naar de overloop ook op slot zat. Toen zocht ik naar… Ja, naar wat eigenlijk? Had ik maar een wapen, een geweer of een revolver, desnoods een mes. Maar in deze kamer was niets om mezelf mee te verdedigen. Het enige wat ik kon bedenken was de schaal met de kruidige takjes. Ik maakte hem leeg en zette hem naast me. Als Jones het waagde om binnen te komen, zou ik hem neerslaan.
Ik hoopte dat de schaal hard genoeg zou zijn om iemand uit te schakelen. En dat ik zelf ook hard genoeg zou zijn.

Daar zat ik dan. Op de grond en half verscholen achter het bed – om de een of andere reden voelde ik me daar veiliger dan wanneer ik op het bed zou zitten, ik had zeker te veel films met sluipschutters gezien – met mijn notebook voor me. Ik was de stick en mijn geheugen kwijt, maar gelukkig had ik mijn verslag nog.

Wie was ik?

Alleen mijn notebook kon daarop antwoord geven.

Het is blijkbaar gebeurd. Louis vertelde me dat ze me midden in de nacht op kwamen halen. Ik geloofde hem eerst niet. Misschien vind ik dat nog het griezeligst: ik weet er niets meer van. Louis zegt dat ik zonder tegenstribbelen meeging. Waarschijnlijk heb ik beseft wat er ging gebeuren, dat het móést gebeuren, wilde ik kunnen ontsnappen. Ik kan het alleen maar gissen, vanaf het moment dat ik naar bed ging, is alles één groot gat. Het enige wat ik zeker weet, is dat ik nu ook een chip met een zendertje heb. Ook dat wilde ik eerst niet geloven, maar toen liet Louis me de wrat achter mijn oor voelen en daarna heeft hij het alarmkoord op me uitgeprobeerd. Hij zei dat ik tien push-ups moest doen. Ik probeerde me te verzetten, maar het was net alsof mijn armen en benen niet meer van mij waren. Het leek alsof er een motortje in zat met een eigen wil. Ik voelde een enorme druk achter mijn oor, die pas verdween toen ik op de grond ging liggen. Zolang
ik maar deed wat Louis zei, bleef de drukkende pijn weg. Na de vijfde push-up stond ik op en meteen klapte mijn kop weer bijna uit elkaar. Ik kon het niet helpen, ik moest gehoorzamen.

Zonder Louis zou ik zelfs onze geheime bergplaats vergeten zijn. Hij liet me meteen het notebook lezen.

Nog griezeliger: ik wist mijn eigen naam niet meer en dacht echt dat ik Seven heette.

Ik heb me voorgenomen om vanaf nu altijd naar de witpakken te luisteren en meteen te doen wat ze zeggen. Hoe aangepaster mijn gedrag, hoe groter de kans dat ze me de buitenproef laten doen.

Iedereen gedraagt zich trouwens aangepast. Zelfs Five is totaal veranderd. Er is niets meer van zijn opstandige gedrag over. Zijn ogen, die altijd zo fel achter zijn brillenglazen heen en weer schoten, lijken nu op dooie goudvissen. Ik moet hier weg voordat ik ook zo word!

We krijgen steeds vreemdere taken tijdens de lessen. Heel anders dan op mijn oude school. Met wiskunde moeten we bijvoorbeeld ingewikkelde codes proberen te kraken. En we leren schieten. Niet met echte wapens en kogels, maar met laserguns. Op een scherm wordt een 3D-landschap nagebootst met levende doelen erin; konijnen, herten en de laatste tijd zelfs mensen. Dikke Four heeft een echt killerinstinct en mist zelden. Als ik iets raak, is dat meestal een kwestie van pure mazzel.

Vandaag werd ik eindelijk uit de klas gehaald. Ik was vreselijk gespannen, maar het bleek alleen maar leuk. Nou ja, zeg maar: fantastisch!

Ik mocht mee in het witte busje van een mannelijke en een vrouwelijke witpak. Ze hadden hun uniform voor vrijetijdskleding verruild, waardoor ze er meteen een stuk vriendelijker uitzagen. Ons eerste reisdoel bleek Wendy’s, waar ik eindelijk weer eens een hamburger heb gegeten. Honderd keer beter dan die troep die we hier krijgen. Daarna gingen we bowlen bij Rocky’s en voor het eerst sinds lange tijd had ik weer lol. Eigenlijk zijn die witpakken zo beroerd nog niet. Als je je maar aan de regels houdt.

Ik schrok me rot toen ik teruglas wat ik gisternacht heb geschreven. Krijgen die witpakken me al zo snel in hun macht? Er zit een chip in mijn lijf! Dat hele uitstapje was alleen maar bedoeld om me te paaien! Ze hebben ervoor gezorgd dat ik mijn naam ben vergeten. Wie weet wat ze nog meer met me gaan doen. Ik moet mijn kop erbij houden en er zo snel mogelijk achter zien te komen wat die geheimzinnige opdrachten betekenen. Dan kan ik alles opschrijven, mijn notebook naar buiten smokkelen en wegwezen!

13

Vandaag stond er tijdens het luchten plotseling een vrouw bij het hek. Op het eerste gezicht zag ze eruit als een verwarde zwerfster, maar haar kleding – hoewel vuil en gescheurd – was van het soort dat alleen vrouwen in topfuncties of vrouwen met echtgenoten in topfuncties kunnen betalen. Ze rukte aan het gaas en gebaarde naar ons, terwijl ze allerlei onverstaanbare dingen riep. Op een gegeven moment meende ik de naam Mitchell op te vangen. De witpakken werden er knap zenuwachtig van, want we moesten ineens naar binnen terwijl het nog lang geen tijd was. Voordat de deur achter ons sloot, zag ik nog net dat de vrouw door twee bewakers werd afgevoerd.

Ik heb het gevoel dat ik haar al een keer eerder heb gezien. Maar waar en wanneer? Geen idee.

‘Volgens mij heb je het allemaal verzonnen,’ zei Louis. ‘Ik ben nu al vier keer met verlof geweest en heb nog geen
enkele opdracht uit hoeven voeren. Die uitstapjes zijn alleen maar als beloning bedoeld. Eten of een filmpje in ruil voor goed gedrag.’

Ik had de neiging om hem door elkaar te rammelen. ‘En dat bedrijfsongeval van One dan? Hij heeft zich heus niet verslikt in een stukje pizza.’

Ik bladerde terug in mijn notebook. Ja, daar was het losse velletje met de hanenpoten van Louis: project
RFID
Boy 1
,.

Ik bekeek de data en de opdrachten, maar veel wijzer werd ik er niet van. Het leek erop dat het bedrijfsongeval het einde van One’s verblijf in de instelling betekende.

Ik las nog een keer mijn beschrijving van zijn dossierfoto.
Een jongen met flaporen en rossig haar. Hoewel hij dezelfde instellingskleren droeg als wij, zag hij eruit als een keurige kostschooljongen.

‘Ik weet wie die vrouw bij het hek was gisteren!’ riep ik uit.

‘Het is de moeder van One. Ze heeft ook rossig haar en van die wijd uitstaande oren.’

Waarom komen onze ouders eigenlijk nooit op bezoek? Dat ze zich in het begin van alles laten wijsmaken, begrijp ik nog wel. Maar sommige boys zitten hier al zo ontzettend lang. Is er dan niemand in hun familie die bezoekrecht eist?

En waarom komt de moeder van Boy One nu pas opdagen? Hij is al langer verdwenen dan ik opgesloten zit. Dat kan maar één ding betekenen: One is na het bedrijfsongeval niet naar huis gegaan.

Maar waar is hij dan?

Misschien probeerde hij tijdens zijn verlof weg te lopen en hebben de witpakken toen al zijn herinneringen laten verdwijnen zodat hij niets en niemand kon verraden…

Ik krijg ineens een fantastisch idee. Louis zegt dat hij nog nooit een opdracht heeft uitgevoerd. Maar misschien heeft hij het toch gedaan en wéét hij het alleen niet meer. Omdat de witpakken de opdrachten uit zijn geheugen hebben gewist!

‘Hadden we maar een verborgen cameraatje,’ zei ik tegen Louis. ‘Dan konden we stiekem filmen wat er tijdens het verlof gebeurt.’

Hij dacht even na. ‘Filmen zal niet lukken, maar…’ – hij ging op zijn bed staan en duwde de plafondplaat omhoog –‘…we kunnen wel geluid opnemen.’ Toen haalde hij het memorecordertje tevoorschijn. Zo slim!

Louis en ik hebben geloot. Ik ga als eerste onze afluisterapparatuur uitproberen. Omdat we niet van tevoren weten wanneer de witpakken me uit de klas zullen halen, verberg ik het memorecordertje elke ochtend in mijn broekzak, samen met het rolletje tape. Als het straks zover is, stop ik het apparaatje in mijn broeksband en plak het vast aan mijn huid. Nog even aanzetten en klaar. We hebben het al uitgetest. Zolang mijn blouse eroverheen hangt, is er niets van te zien. Hopelijk blijkt het microfoontje straks krachtig genoeg. In onze stille slaapkamer werkt het prima, maar of dat in een ruimte met achtergrondrumoer en lawaaierige muziek nog steeds zo is?

‘Vast wel,’ zei Louis. ‘Die witpakken hebben alleen eersteklas spul.’

Ik weet waarom er nooit ouders op bezoek komen. Als het aan CooperationX ligt, zie ik mijn moeder en Kathy nooit meer terug!

Tijdens mijn verlof ging ik met de witpakken naar Starbucks. Iemand had
de Flatstaff Chronicle
op tafel laten liggen. Ik betwijfel of ik vroeger wel eens kranten las – waarschijnlijk bekeek ik hoogstens wat nieuwsflitsen op mijn computer – maar nu werd ik even opgewonden als een archeoloog die botten van een dinosaurus vindt. Ik bedoel, een krant is toch een soort contact met de buitenwereld waar ik zo graag deel van uit wil maken.

Eerst keek ik nog met een half oog en kon alleen de koppen lezen.
Daders aanslag op
CIA
-topman nog steeds niet gevonden. Tornadodreiging oostkust. Hypotheekcrisis houdt land in ijzeren greep
.

‘Cappuccino, zeker?’ vroeg een van de witpakken aan mij.

Toen ik knikte, liep hij naar de bar. Ik bleef achter met de vrouwelijke witpak, die aan het telefoneren was. Het gesprek slokte al haar aandacht op, zodat ik de krant wel een kwartslag durfde te draaien. En toen zag ik het staan, zwart-op-wit, een klein berichtje in een hoek gestopt:

Jongen uit Flatstaff vermist. De 15-jarige Sam Waters is tijdens een survivalkamp van YouthClub – een instelling voor jongeren met gedragsproblemen – verdwenen. Resten van zijn zelfgebouwde vlot zijn teruggevonden in derivier.
De hele dag hebben duikers tevergeefs gezocht. Voor zijn leven wordt gevreesd
.

Leugenaars! Mijn moeder en Kathy dachten dat ik zo goed als zeker dood was! Ik voelde al het bloed uit mijn gezicht trekken.

‘Is er iets?’ De mannelijke witpak zette de cappuccino voor me neer.

Niks laten merken! dacht ik. Niemand mag erachter komen dat ik nog altijd weet dat ik in werkelijkheid Sam Waters heet. Ze zullen meteen gaan uitzoeken hoe dat kan. Me ondervragen met het alarmkoord in de hand. Eén druk op de knop is genoeg om me te dwingen alles te verraden. Mijn notebook, de stick, de nachtelijke omzwervingen in het gebouw en mijn voornemen om te ontsnappen.

‘Nee, hoor. Ik heb gewoon dorst.’ Ik pakte de beker met twee handen vast, zodat ik minder erg zou trillen.

De mannelijke witpak vouwde de krant dicht en mikte hem op de stoel naast hem.

De vrouw stopte haar telefoon weg. ‘Zullen we weer gaan bowlen?’ vroeg ze. ‘Dat vond je de vorige keer toch zo leuk?’

O, wat had ik een hekel aan haar. Aan heel de Cooperation met hun smerige spelletjes trouwens. Ze probeerden Sam Waters te vermoorden. Eerst in mijn hoofd en daarna in de echte wereld.

‘Mij best.’ Er zat een rare ruis in mijn stem.

‘Vooruit, ontspan.’ De mannelijke witpak sloeg me ineens joviaal op mijn schouder. ‘Je hoeft nergens bang voor te
zijn. Je gedraagt je uitstekend en bent bij dezen officieel geslaagd voor de buitenproef.’

Other books

Darkness Clashes by Susan Illene
Wrecked (The Blackened Window) by Corrine A. Silver
The Heart's Shrapnel by S. J. Lynn
Dandelion Iron Book One by Aaron Michael Ritchey
Nobody's Angel by Karen Robards
Lucky Break by Deborah Coonts
Absurdistan by Gary Shteyngart