'Bon matin, madame,' zei de maitre d'hotel met een kleine buiging. Victory knikte terug en volgde hem door het restaurant richting een klein tafeltje bij de balustrade. Het restaurant, dat overdekt was met een groen-wit gestreepte luifel, zat tamelijk vol, stelde ze vast en toen ze op haar horloge keek zag ze dat het negen uur was.
Dat was inderdaad vroeg, zeker omdat ze pas laat naar bed was gegaan. Geen wonder dat de wereld er enigszins onwerkelijk uitzag, alsof ze nog half droomde. Toen ze even opkeek had ze kunnen zweren dat ze aan een ander tafeltje bij de balustrade Lyne Bennett de krant zag zitten lezen met een zakje met ijs tegen zijn neus. Toen ze dichterbij kwam zag ze dat het inderdaad Lyne was, in een niet al te goede bui. Wat deed hij daar in godsnaam? vroeg ze zich enigszins geirriteerd af. Ze had niet zo veel zin om hem nu tegen te komen, zeker niet in deze staat...
De maitre d'hotel bracht haar naar het lege tafeltje naast dat van Lyne. Hij schoof de stoel achter hem voor haar uit, zodat zij en Lyne met hun ruggen naar elkaar zouden zitten. Lyne keek kort op. 'Goedemorgen,' zei hij op neutrale toon en hij las weer verder in zijn krant. Dat was nog eens een aparte begroeting van iemand met wie je zes maanden samen was geweest. Maar Lyne was apart. Nou, wat hij kon, kon zij ook, dacht ze. Ze zei nonchalant 'goedemorgen' terug en ging zitten.
Ze vouwde het roze papieren servet open en legde het op haar schoot. Achter zich kon ze horen hoe Lyne de pagina van zijn krant omsloeg, gevolgd door een irritant snerpend gekraak toen hij de pagina's gladstreek.
Ze nam een slokje water. 'Moet dat nou echt?' vroeg ze.
'Wat?' zei hij.
'Moet je nou echt de pagina's van je krant gladstrijken? Het klinkt als een krijtje dat van een schoolbord afschiet.'
'O, dat spijt me dan ontzettend,' zei hij met geveinsde beleefdheid. 'Maar voor het geval je het nog niet had opgemerkt, ik ben een enigszins gehandicapte vanmorgen.'
'Daar kan ik toch niks aan doen?' vroeg ze. Ze wenkte de ober. 'Wat is er eigenlijk met je neus gebeurd?'
'Sorry?!' vroeg hij.
'Je neus,' zei ze. 'Wat heb je daarmee gedaan?'
'Ik heb er niks mee gedaan,' zei Lyne op verontwaardigde toon, waarvan ze hoopte dat die ook geveinsd was. 'Zoals je je misschien wel herinnert, was het jouw vriend, de Franse acteur met de uitzonderlijk grote gok, die probeerde mijn neus net zo dik als die van hem te maken.'
Het werd met de minuut erger, dacht ze. Er was iets ergs voorgevallen met Pierre Berteuil en daarna was Lyne op zijn neus gestompt door de Franse acteur. Een wazig beeld van Lyne en de Fransman die in de gang slaags raakten, kwam ineens bij haar boven. 'Dus ik heb je gisteravond toch gezien,' zei ze.
'Ja,' zei hij bits. 'Dat heb je zeker.'
'Mmmmm.' Ze knikte. 'Aha.' Er kwam een ober met een pot koffie naar haar tafel. 'En je was ook in het hotel?'
'Ik heb je hiernaartoe gebracht. Na het feestje. Je drong aan op een potje poker. De Franse acteur probeerde ervandoor te gaan met je horloge en toen ik hem tegen wilde houden, vond hij het nodig om me te slaan.'
'Wat... vreemd!' zei Victory.
'Ik arriveerde laat op het feest ' zei hij. 'Precies op tijd om jou tegen Pierre Berteuil te horen zeggen dat je ooit een jacht zou hebben dat groter was dan het zijne.'
Victory liet haar lepeltje vallen, dat onder Lynes stoel op de grond kletterde. Hoe had ze dat tegen Pierre Berteuil kunnen zeggen? Maar het was wel iets voor haar om dat te doen. Ze boog zich opzij om het lepeltje op te pakken op hetzelfde moment dat Lyne dat deed. Hij gaf haar het lepeltje. 'Het spijt me,' zei ze overdreven beleefd.
'Geen probleem,' zei Lyne. Hij zag er ook niet al te best uit, dacht Victory, helemaal niet met die grote rode bult op zijn neus. 'Je hebt mijn sjaal en zonnebril gevonden, zie ik,' voegde hij eraan toe.
'O! Zijn die van jou?' vroeg ze. 'Ik vond ze vanochtend in mijn kamer.' Dit begon er steeds slechter uit te zien, dacht ze. En ineens herinnerde ze zich Lyne in haar kamer, hij had de Fransman daar gevonden en hem de gang in gesleept. Ze schraapte haar keel. 'Ben je... eh... blijven slapen? In het hotel, bedoel ik.'
Ze hoorde dat Lyne in zijn koffie roerde, gevolgd door een zacht geslurp. 'Technisch gezien wel. Ik werd wakker op jouw vloer. Volledig gekleed, wel te verstaan.'
'Ik had al het gevoel dat er een man in mijn kamer was,' zei ze luchtigjes. Ze pakte de menukaart.
Er verstreek een minuut. 'Lyne?' vroeg ze. 'Heb ik dat echt tegen Pierre gezegd?'
'Je bleef het herhalen,' beaamde Lyne.
Ze knikte. Geen wonder dat ze Pierres verschrompelde aardappelgezicht steeds voor zich zag. 'Was het... onaangenaam?' vroeg ze voorzichtig.
'Toen nog niet,' zei Lyne. 'Ik denk dat Pierre verbaasd was, maar hij was nog niet boos.'
jeetje.' Victory zette zich schrap voor wat er zou komen.
'Je gaf hem de Victory Ford-behandeling,' zei Lyne terwijl hij zijn krant opvouwde.
'Aha.' Ze aarzelde. 'En waar is hij dan precies boos om geworden?'
'Ik weet het niet zeker,' zei Lyne. Een ober kwam hem een bord met eieren brengen. 'Misschien omdat je hem zei dat de modewereld door vrouwen zou worden overgenomen en dat hij zelf heel waarschijnlijk ergens in de komende tien jaar afgedaan zou hebben.'
'Dat valt toch wel mee...'
'Inderdaad. En zoals ik later zei, je had een goede reden om jezelf te verdedigen.'
'O ja,' zei ze. Ze deed haar ogen dicht en wreef over haar slapen, 'vast wel.'
'Die vent zei dat je, als je eenmaal je geld had, zou moeten stoppen met werken, een man moest zoeken en kinderen krijgen.'
'Dat was een rotopmerking.'
'Ja, en ik heb ook geprobeerd hem uit te leggen dat dat niet iets was wat je tegen een vrouw uit New York moest zeggen.'
'Hij nam het niet al te best op, he?'
'Neuh,' zei Lyne. 'Hij zei dat hij niet goed werd van zakenvrouwen en dat de hele wereld genoeg had van vrouwen die zich als mannen gedroegen en vrouwen die met aktetassen rondliepen en dat wat vrouwen echt willen, thuisblijven is en onderhouden worden.' Lyne stopte even. 'Wat ze ook zeggen, die Galliers zijn nogal provinciaals.'
'Wat ontzettend aardig van je om voor me op te komen,' zei Victory.
Je had me niet echt nodig,' zei Lyne. 'Je kwam al aardig voor jezelf op.'
'Ja, stond ik mijn mannetje?' vroeg ze terwijl ze drie suikerklontjes in haar kopje liet vallen.
'Je liet geen spaan van hem heel. Toen je met hem klaar was, was er van de Fransman alleen nog maar een klein plasje champagne over.'
'Maar ik meende het niet echt. Echt niet.'
'Daar dacht hij blijkbaar anders over. Hij stond op en is gepikeerd vertrokken.'
'O jeetje,' zei Victory. Ze dronk haar koffie op en schonk nog een kop in. 'Denk je dat hij... onvergeeflijk boos was? Ik bedoel, hij moet toch geweten hebben dat we een hevige, dronken discussie voerden? Is hij erg lichtgevoelig?'
'Wat bedoel je daarmee?'
'Nou, alleen een heel lichtgevoelige, kinderachtige man stopt midden in een discussie en loopt weg. Dat betekent altijd twee dingen: hij is verwend en hij vindt het niet leuk wat je tegen hem zegt.'
'Dat is woord voor woord wat je tegen hem zei, geloof ik,' zei Lyne droog.
Victory kreunde. Ze kon wel onder de tafel kruipen. Lyne had gelijk. Dat was precies wat ze gezegd had.
'ik geloof niet dat hij het kon waarderen. Ik, aan de andere kant, heb me rot gelachen. Pierre Berteuil is een verwend kind en het werd tijd dat iemand hem dat vertelde.'
'En ik had gelijk ook,' zei Victory. 'Ik denk dat ik nu wel wat eieren lust.'
Er ging weer een minuut voorbiij en toen draaide ze zich in paniek om. 'Lyne,' vroeg ze opeens. 'Hij was toch niet... echt kwaad, he? Ik bedoel, niet zo kwaad dat hij de deal af zou blazen...?'
'Ik denk dat je dat aan hem zelf moet vragen,' zei Lyne. Hij glimlachte meelevend.
Victory stond op van de tafel, pakte haar mobiele telefoon en haastte zich de trap af. Een paar minuten later kwam ze schoorvoetend terug. Ze ging in shock op haar stoel zitten.
'En?' vroeg Lyne.
'Hij zei dat het maar goed was dat ik de papieren nog niet had getekend, want deze deal was iets waar we allebei nog eens grondig over na moeten denken.'
'Het spijt me voor je,' bromde Lyne zacht.
Victory staarde naar de zee. Ze voelde tranen in haar ogen opwellen. 'Het geeft niet,' zei ze met dichtgeknepen keel.
De tranen stroomden onder de zonnebril vandaan. Ze veegde ze weg met haar servetje. 'Ik ben een miskleun. Dit was het. Nu is mijn bedrijf dus naar de knoppen.'
'Ach, kom op,' zei Lyne. 'Je bedrijf is helemaal niet naar de knoppen. Je hebt het nog steeds, toch?'
'Dat is het niet,' zei ze. Ze verfrommelde haar servetje. 'Ik besef net iets heel vreselijks over mezelf. Ik heb me tegenover Pierre Berteuil net zo gedragen als tegen iedere man met wie ik in zee ga. Of het nou zaken of romantiek betreft, op een zeker moment raak ik in paniek en ga ik flippen. Ik... hoe zeg je dat... ik gedraag me als een klootzak. En dan vluchten ze. En wie zou hun ongelijk geven? Ik heb bij Pierre hetzelfde gedaan als bij jou... En ik ben niet eens met hem naar bed geweest...'
'Nou, je weet wat ze zeggen: een zakenrelatie heeft veel weg van een huwelijk,' zei Lyne. 'En als het fout gaat, is het zelfs nog erger. In ieder geval weet je nu wat het probleem is. En zoals je zelf altijd zegt, je kunt een probleem pas oplossen als je precies vast bij gesteld wat het is.'
'Heb ik dat gezegd?' vroeg ze. Ze keek naar beneden. 'Jeetje. Af en toe kraam ik echt onzin uit.'
'En soms is het de waarheid,' zei Lyne terwijl hij opstond.
'Waar ga je heen?' vroeg ze.
'We gaan shoppen,' zei hij, en hij stak zijn hand naar haar uit.
Ze schudde haar hoofd. 'Ik kan nu niet gaan winkelen. Ik ben blut.'
'Ik trakteer, meissie,' zei hij terwijl hij haar hand nam en haar omhoog trok. 'Maar voor wat hoort wat. De volgende keer dat een van mijn deals afketst, mag jij mij mee uit winkelen nemen.'
'Dat kan nog wel eens een duur geintje worden.'
'En ik verwacht dat je dat tegen die tijd kunt betalen.' Hij legde zijn arm om haar schouder. 'Ik denk altijd maar zo,' zei hij terwijl hij nonchalant de zonnebril van haar afpakte en op zijn eigen neus zette. 'Je verliest niet dagelijks vijfentwintig miljoen dollar. Ik bedoel, hoeveel mensen kunnen dat nou zeggen?'
Nico O'Neilly zat voorovergebogen in een vergrotende spiegel te turen, ze kamde haar haren in een scheiding en keek of ze tekenen van grijze haren kon ontdekken. Op haar hoofdhuid, tussen de iets donkerdere en mattere haren die haar natuurlijke kleur hadden, ontwaarde ze opstandig lichte, zilverachtige sprietjes die glinsterden als engelenhaar in een kerstboom. Die haartjes waren anders van vorm en textuur dan haar normale haren, ze sprongen op als een paar centimeter lange voelsprieten en creeerden een aureool die zich niet door de fohn liet temmen. Zelfs als ze langer groeiden, waren ze nog bestand tegen verf en toen ze delen van haar haar beter bekeek, ontdekte ze een verontrustend groot aantal lokken die op dof zilver leken. Nico herinnerde zich de middag nog dat ze thuis was gekomen en haar achtendertigjarige moeder zag, die in tranen naar een grijze haar zat te staren die ze uit haar hoofd had getrokken. 'Ik ben oud. Ik ben ouuuuuuuud,' had ze gesnikt.
Wat betekent dat, mama?'
'Dat betekent dat papa niet meer van me zal houden.'
Zelfs toen al, ze was vijftien, vond Nico dit verraderlijke negatieve denken belachelijk. Ik zou zelf nooit zo worden, had ze besloten. Ik zal me nooit in die positie bevinden.
Ze waste zuchtend haar handen. Ondanks al haar inspanningen had ze de laatste zes maanden het gevoel dat ze ouder was geworden. Er was, zo wist ze, uiteindelijk niets wat gedaan kon worden om het proces stop te zetten en op een dag zouden al haar haren grijs zijn en zou ze in de overgang komen. Maar de laatste tijd had ze zich wel eens afgevraagd hoe ze eruit gezien zou hebben zonder de Restylane, Botox, porseleinen jackets op haar tanden en de haarverf. Ze had nu soms het onmiskenbare gevoel dat er onder die cosmetische aanpassingen een oud wijf schuilging dat door wat lijm en verf bij elkaar werd gehouden.
Je bent zo jong als je je voelt, dacht ze.
En aan de andere kant, als je er echt goed over nadacht, waren oudjes veel interessanter dan jonge dingen. Alleen al om het simpele feit dat ze lang genoeg geleefd hadden om oud te worden. Dat moesten jonkies nog maar eens voor elkaar zien te krijgen.
En alweer wat vrolijker ging ze naar beneden.
Seymour zat in de ontbijtkamer dure makelaarskranten met herenhuizen in de West Village te bekijken.
'W1 je echt een groter huis?' vroeg ze.
'Ja,' zei Seymour terwijl hij iets omcirkelde in een van de kranten. 'Onroerend goed in Manhattan is op het moment de beste investering. Als we een herenhuis van vijf miljoen dollar kopen en het renoveren, is het over tien jaar waarschijnlijk vijfden miljoen waard.' Hij keek op. 'Heb je al ontbeten?'
'Je liegt,' zei hij.
'Ik heb mijn eitje gegeten,' zei ze. 'Ik zweer het. Als je me niet gelooft, moet je maar in de vaatwasser kijken.'
'Dat heeft geen zin,' zei hij terwijl hij rechtop in zijn stoel ging zitten en liefdevol naar haar keek. 'Zelfs al heb je wat gegeten, dan zal er nog geen enkel stukje ei op je bord zijn achtergebleven.'
'Ik heb gegeten, lieverd. Ik zweer het.' Ze leunde op zijn schouders. 'Zit er iets bij?' vroeg ze. Ze wierp een blik op de kranten.
'Ik zag een twaalf meter breed herenhuis in West Ele- venth Street dat in slechte staat verkeert. Het is van een muzikant... vroeger de leadgitarist van een heavy-metalband. Het heeft vijf verdiepingen en is meer dan zevenhonderd- vijfdg vierkante meter.'
'Hebben we nou echt zo veel ruimte nodig?' vroeg ze.
'Ik denk dat we ook nog ergens anders een huis moeten kopen,' zei hij. 'In Aspen of zoiets.'
Waarom wilde hij ineens zo veel huizen kopen, dacht Nico terwijl ze ging zitten. Zou hij zich vervelen?
'Je hebt niet ontbeten, he?' zei hij stellig.
Ze schudde haar hoofd.
Hij stond op. 'Dan maak ik een eitje voor je,' zei hij. Ze raakte zijn arm aan. 'Geen zachtgekookt eitje,' fluisterde ze. 'Daar heb ik genoeg van.'
'Heb je daarom al een paar dagen niet ontbeten?' vroeg hij. 'Je kon niets anders bedenken, zeker?'
'Nee,' zei ze. Nu loog ze echt.
'Roerei dan maar? Met toast?' zei Seymour. 'Of heb je daar ook genoeg van?'
'Een beetje wel,' gaf ze toe. 'Het is gewoon,' zei ze ineens geestdriftig, 'dat ons leven zo geordend is...'
'Is dat zo?' vroeg hij. 'Dat vind ik niet. Er gebeuren constant nieuwe dingen. Jij hebt je nieuwe functie en straks hebben we een nieuw huis. Dan kunnen we grotere feesten geven. Het zou me niets verbazen als de president binnenkort eens bij ons langskomt. De vorige moet zeker lukken.'
Hij liep richting de keuken en stopte. 'Je moet het maar zeggen als je de ex-president hier wilt hebben. Dat regel ik zo voor je.'