Candace Bushnell
Lipstick Jungle
Voor mijn fantastische echtgenoot, Charles
Eerste druk 2005Vierde druk 2007
Oorspronkelijke titel
Lipstick Jungle
(c) Candace Bushnell
(c) Nederlandse vertaling Danielle Alders, Titia Ram
en Maya Denneman 2005
Omslagontwerp Marieke Oele, Almere
Foto omslag Bill Diodato/Photonica
Foto auteur Alison Jackson
isbn
978 90 446 1048 2
September is prachtig in Manhattan, en dit jaar was geen uitzondering. Met een aangename 24 graden, een lage luchtvochtigheid en geen wolkje aan de blauwe lucht. Wanneer je na een rusteloze zomer terug in de stad komt, herinnert het weer je er altijd aan dat er spectaculaire dingen kunnen gebeuren en dat grootsheid om de hoek ligt. De lucht zindert van opwinding en de stad transformeert in een dag van slaperig naar uitzinnig. Daar heb je de bekende verkeersopstoppingen op Sixth en Park Avenue, de atmosfeer gonst van de mobiele gesprekken en de restaurants zitten vol. Voor de rest van het land markeert Labor Day het einde van de zomer en het begin van het schooljaar; in New York begint het jaar echter een paar dagen later, met de eerbiedwaardige traditie die bekendstaat als Fashion Week.
Op Sixth Avenue, achter de openbare bibliotheek, werd Brent Park omgetoverd tot een sprookjeswereld vol witte tenten waar tientallen modeshows zouden gaan plaatsvinden. Een met zwart tapijt afgezette trap liep naar openslaande deuren en naast de trap stonden al de hele week studenten en fans, hopend dat ze een glimp zouden opvangen van hun favoriete ontwerpers of sterren. Er waren ook Japanse fotografen - van wie iedereen vond dat ze beleefder waren -, paparazzi, beveiligingsmensen met headsets en walkietalkies, jonge pr-meisjes - altijd in het zwart, met een bezorgde blik - en allerlei andere bezoekers met prachtige schoenen, die in hun mobiele telefoon om hun auto riepen. Langs het trottoir stonden zwarte Lincoln Town Cars in rijen van drie opgesteld, alsof er een heel belangrijke staatsbegrafenis zou gaan plaatsvinden. Maar binnen in de tenten was het leven zo glamoureus en opwindend als het maar zijn kon.
Er waren altijd vijf of zes grote shows waarbij je aanwezig moest zijn om je plaats in de sociale pikorde te bevestigen - of om iedereen eraan te herinneren dat je nog bestond - en de allereerste was die van Victory Ford, om halfacht 's avonds op de eerste donderdag van Fashion Week. Om kwart voor zeven heerste er in de tenten een beheerst tumult, er waren zes cameraploegen, zo'n honderd fotografen en een menigte fashionista's, leden van de beau monde, kopers en mindere sterren, die gretig op de show wachtten met de opwinding van een menigte bij een premiere. Een jong lid van de beau monde met een teckel in haar armen werd door een videocamera achter op haar hoofd geraakt, de Jimmy Choo-pump van een andere vrouw werd vertrapt door een pr-meisje dat haar omverrende om bij iemand in de buurt te komen die belangrijker was. Degenen die een glimp van een beroemde filmster hoopten op te vangen werden teleurgesteld omdat filmsterren - en belangrijke politici, zoals de burgemeester - nooit door de vooringang naar binnen gingen. Ze werden door beveiligingsmensen geescorteerd naar een geheime zijingang die achter het podium uitkwam. En in deze wereld, waar het leven bestaat uit een reeks steeds kleinere cirkels van exclusiviteit - of Dantes cirkels van de hel, het is maar hoe je ertegenaan kijkt -, was backstage rondhangen voor de show de plek om te zijn.
Victory Ford stond verborgen achter een kledingrek stiekem een sigaret te roken. Ze was jaren geleden gestopt met roken, maar de sigaret was een excuus om een ogenblikje voor zichzelf te hebben. Ze zou drie minuten met rust worden gelaten, en dat gaf haar een paar seconden om zich te concentreren en zich voor te bereiden op de komende zestig minuten, waarin ze zich moest bezighouden met de allerlaatste details van de show en interviews moest geven aan journalisten van kranten en televisie. Ze fronste haar voorhoofd en nam een trekje van haar sigaret, terwijl ze dit ogenblik vol rust wilde vasthouden. De vier weken voor de show had ze werkdagen van achttien uur gemaakt, maar dit laatste cruciale uur zou voorbijgaan in wat maar een seconde leek. Ze liet de sigarettenpeuk in een halfleeg glas champagne vallen.
Ze keek op haar horloge, een elegante roestvrijstalen Bau-
me & Mercier met een rij diamantjes langs de wijzerplaat, en haalde diep adem. Het was tien voor zeven. Om acht uur, wanneer het laatste model van het plankier kwam en Victory naar voren zou komen om te buigen, zou ze weten hoe haar komende jaar eruit zou zien. Ze zou aan de top staan, in het midden proberen te overleven, of onderaan haar positie trachten te heroveren. Ze wist dat ze met deze show een risico nam en ze wist ook dat ze dat niet had hoeven doen. Alle andere ontwerpers waren op dezelfde weg doorgegaan waarmee'ze de afgelopen drie jaar zo succesvol waren geweest, maar dat kon Victory niet. Dat was te eenvoudig. En omdat ze de enige eigenaar was van haar onderneming hoefde ze ook geen rekening te houden met aandeelhouders en investeerders. Ze hoopte dat ze de branche vanavond een nieuwe kant van haar talent kon laten zien, en vrouwen een nieuwe manier van hoe vrouwen zich konden kleden. Ze was, dacht ze ironisch, een held of een dwaas.
Ze stapte vanachter het kledingrek de hectiek in en werd onmiddellijk aangeklampt door drie assistenten, slimme jonge vrouwen van in de twintig die bijna even onvermoeibaar als zij hun werk deden. Ze droegen kleding uit de nieuwe collectie, hadden klemborden vast en headsets op, en hadden een paniekerige uitdrukking op hun gezicht.
Victory glimlachte kalm. 'Lila,' zei ze, terwijl ze een van de meisjes aansprak, 'zitten de drummers op hun plaats?'
'Ja, en Bonnie Beecheck, de roddelcolumniste, gaat uit haar dak, ze zegt dat ze het niet goed kan horen en dat we haar een andere plek moeten geven.'
Victory knikte. Bonnie Beecheck was ongeveer een miljoen jaar oud en ze was zoiets als de slechte heks uit een sprookje van Grimm. Niemand vond haar aardig, maar als je haar niet uitnodigde betekende dat gegarandeerd slechte publiciteit voor de rest van het jaar. 'Zet haar maar op Mauve Binchleys plek. Mauve is zo wanhopig dat het haar niet uitmaakt waar ze zit. Maar doe het wel snel, en voordat iemand het ziet.'
Lila knikte en rende weg, terwijl de twee andere jonge vrouwen om haar aandacht streden.'Extra wil een interview doen...'
'Keith Richards komt en hij heeft geen plek...'
'En er ontbreken vier paar schoenen...'
Victory loste deze problemen doortastend op. 'Extra krijgt twee minuten, begeleid Keith backstage en zorg dat hij daar tot de laatste minuut blijft. De schoenen zitten in een doos onder de make-uptafel.' Terwijl ze haar gezicht in de plooi trok, liep ze naar de cameraploeg van Extra, midden in een draaikolk van mensen die haar allemaal het beste toewensten en haar allemaal wilden begroeten. Ze bewoog zich met gracieuze ervaring door de menigte en voelde zich alsof ze boven haar lichaam zweefde, hield hier halt om een wang te kussen, daar om schertsend een paar woorden uit te wisselen, en schudde de hand van iemands ernstige en met ontzag vervulde tienjarige dochter, wier moeder zei dat ze een enorme fan was.
Ik hoop dat ze dat na de show nog steeds is, dacht Victory boosaardig spottend, en stond zichzelf een kort ogenblik van onzekerheid toe.
Een seconde later werd ze omringd door de Extra-ploeg en een jonge vrouw met springerig rood haar duwde haar een microfoon in het gezicht. Victory keek naar de gelaatsuitdrukking van het meisje en zette zich schrap. Na zes jaar interviews kon ze direct zien of een journalist een vriend of een vijand was, en hoewel het grootste deel van de boulevardpers even vriendelijk en beleefd deed alsof ze de meest bewonderde beroemdheid was, zat er toch af en toe een rotte appel tussen. Victory zag aan de geforceerde, neerbuigende glimlach van het meisje dat ze haar gram wilde halen. Misschien was de reden hiervoor eenvoudigweg dat ze gedumpt was door een vriendje, maar meestal zat het dieper: een algeheel gevoel van kwaadheid op de wereld omdat het niet zo eenvoudig was om in New York hogerop te komen als men haar had doen geloven.
'Victory,' zei de jonge vrouw aanmatigend en ze voegde eraan toe: 'Je vindt het toch niet erg dat ik je Victory noem?' Het opzettelijk gecultiveerde accent vertelde Victory dat het meisje zich waarschijnlijk ver boven mode verheven voelde. 'Je bent tweeenveertig -'
'Drieenveertig,' corrigeerde Victory. 'Ik vier mijn verjaardagen nog steeds.' Ze had gelijk gehad; door naar haar leeftijd te vragen, begon het interview openlijk vijandig.
'En je bent niet getrouwd en hebt geen kinderen; is het het echt waard om een huwelijk en kinderen op te geven voor een carriere?'
Victory lachte. Waarom was het toch zo dat, ongeacht wat een vrouw allemaal presteerde in de wereld, ze nog steeds werd gezien als mislukkeling als ze niet getrouwd was en geen kinderen had? De vraag was volslagen ongepast, gezien de omstandigheden, en zeer respectloos, want wat wist dit meisje nou van de grillen van het leven, hoe hard Victory had moeten vechten en hoeveel offers ze had moeten brengen om het zo ver te schoppen: ze was een internationaal erkende modeontwerper met haar eigen bedrijf, een carriere die waarschijnlijk veel indrukwekkender was dan wat deze nare jonge vrouw ooit zou presteren. Maar Victory was verstandig genoeg om haar geduld niet te verliezen, dat zou op tv en waarschijnlijk in een paar roddelrubrieken komen.
'Elke ochtend als ik opsta,' begon Victory het verhaal dat ze al vaak aan interviewers had verteld - hoewel niemand het leek te begrijpen -, 'kijk ik om me heen en luister. Ik ben alleen en ik hoor... stilte.' Het meisje keek haar vol medeleven aan. 'Maar wacht eens,' zei Victory, terwijl ze een vinger in de lucht stak. 'Ik hoor... stilte. En langzaam maar zeker stroomt er een geluksgevoel door mijn lichaam. Vreugde. En ik dank god dat ik er op de een of andere manier in ben geslaagd vrij te blijven. Vrij om van mijn leven en carriere te genieten.'
Het meisje lachte zenuwachtig. Ze trok aan haar haar.
'Vrouw zijn brengt zo veel leugens met zich mee he?' zei Victory. 'Je vertelt jezelf dat je de dingen wilt waarvan de maatschappij zegt dat je die zou moeten willen. Vrouwen denken dat overleven afhangt van je conformeren. Maar voor sommige vrouwen betekent zich conformeren de dood. De dood van de ziel. De ziel,' zei ze, 'is iets zeer waardevols. Wanneer je in een leugen leeft, beschadig je de ziel.'
Het meisje keek Victory verbaasd aan en begon toen, met een frons van instemming, heftig te knikken, tot ze plotseling werden onderbroken door een van Victory's assistentes, die opgewonden in haar headset praatte. 'De geschatte aankomsttijd van Jenny Cadine is over drie minuten...'
Wendy Healy duwde haar bril hoger op haar neus en stapte uit de Cadillac Escalade, terwijl ze de menigte paparazzi bekeek die de suv omringde. Het maakte niet uit hoe vaak ze zich al in een dergelijke situatie had bevonden, ze bleef zich erover verbazen dat ze er altijd in slaagden de filmster te vinden. Ze roken roem als bloedhonden. Na al haar jaren in de filmwereld begreep ze nog steeds niet hoe sterren wisten om te gaan met al die aandacht, ze wist alleen dat zij dat nooit zou kunnen. Of liever gezegd, willen. In haar positie hoefde dat natuurlijk ook niet. Ze was als directeur van Pa- rador Pictures een van de machtigste vrouwen in de filmbranche, maar voor de fotografen zou ze net zo goed iemands assistente kunnen zijn.
Wendy draaide zich om naar de suv, en trok onbewust aan haar zwarte Armani-jasje. Ze woonde in zwarte Armani- kleding en besefte plotseling dat ze al twee jaar niet had geshopt. Onvergeeflijk, gezien het feit dat een van haar beste vrienden de modeontwerper Victory Ford was. Ze had zich voor deze gebeurtenis mooi moeten aankleden, maar ze kwam rechtstreeks van kantoor en met haar baan, drie kinderen en een man die soms ook nog een kind was, moest iets eraan geloven, en dat was de mode. En de sportschool. En gezond eten. En wat dan nog? Een vrouw kon niet alles. Het belangrijkste was dat ze er was en, zoals ze Victory maanden geleden beloofd had, Jenny Cadine had meegenomen.
De menigte fotografen rukte op naar de suv, terwijl de beveiliging naar voren stapte, de gretige horde die met de seconde leek aan te groeien probeerde tegen te houden, en Jenny's persoonlijke publiciteitsagente, een kribbig uitziende jonge vrouw met maar een naam - Domino - probeerde uit te stappen. Domino was pas zesentwintig, maar ze had die met-mij-wordt-niet-gesold-houding die je in het algemeen associeert met mannelijke spierbonken, en de knarsende stem die suggereerde dat ze spijkers bij het ontbijt at. 'Ze zeiden: "Achteruit!"' blafte Domino terwijl ze de menigte dreigend aankeek.
En toen verscheen Jenny Cadine. Ze was, dacht Wendy, in het echt mooier dan op foto's, als dat mogelijk was. Op foto's zag je haar ietwat asymmetrische gelaatstrekken goed, en het enigszins knobbelige puntje van haar neus. In het echt
vielen deze kleine onvolkomenheden weg tegen een ondefi- neerbare kwaliteit waardoor je wel naar haar moest blijven kijken. Het leek alsof ze haar eigen energiebron had waardoor ze van binnenuit werd verlicht, en het werkte ook in haar voordeel dat ze 1,75 meter lang was en haar haar de lichte, rossig blonde kleur had van niet helemaal rijpe aardbeien.
Ze glimlachte naar de fotografen, terwijl Wendy haar vanaf de zijkant een ogenblik bekeek. Mensen van buiten de branche vroegen zich altijd af hoe het was om zo iemand te kennen en namen aan dat jaloezie een vriendschap onmogelijk zou maken. Maar Wendy kende Jenny al bijna vijftien jaar, en ondanks alle geld en roem zou ze nooit willen ruilen. Jenny had iets onmenselijks, hoewel ze nooit buitensporig of arrogant deed, noch grof of egoistisch. Maar ze had iets ongeinteresseerds, iets zielloos. Ze was een van Wendy's sterren en die wist dat ze waarschijnlijk dichter bij Jenny stond dan wie ook, maar ze waren niet echt vrienden op de manier waarop ze bevriend was met Victory of met Nico O'Neilly.
De beveiliging slaagde erin een kleine ruimte vrij te maken over de korte afstand naar de opening in de zijkant van de tent. Jenny droeg een bruin broekpak met enigszins uitlopende pijpen en een fluorescerend jasje, een van de coolste outfits die Wendy ooit had gezien. Hij kwam uit Victory's nieuwe collectie en Wendy wist dat Victory deze combinatie speciaal voor Jenny had gemaakt, en dat Jenny een paar keer naar Victory's studio was gegaan om te passen. Maar Victory was de laatste drie weken zo druk geweest dat Wendy het er niet met haar over had kunnen hebben, noch over wat ze van Jenny vond. Toch kon ze zich voorstellen wat Vic zou zeggen. Ze zou een gezicht trekken als een kind en zeggen: 'Nou Wen, Jenny is fantastisch. Maar echt "aardig" kun je haar niet noemen. Ze is vast gewiekster dan wij, misschien nog wel gewiekster dan Nico.' En dan zouden ze in lachen uitbarsten, omdat ze het er altijd over eens waren dat Nico de gewiekstste vrouw van de stad was, een meester in het beramen van intriges. En het briljante van Nico was dat je het nooit zag aankomen. Het enige wat je merkte, was dat je plotseling niet meer meetelde.