Authors: Ira Levin
De zoveelste seriemoordenaar. Kom, jongens, verzin eens wat anders.
Ze las een pagina of tien van het manuscript. Met blauw potlood zette ze op het bijbehorende formulier van Diadem: Niets voor ons. Legde het weg.
De verleiding was groot om omhoog te kijken naar de lamp. In plaats daarvan krabde ze aan haar hals en pakte het volgende manuscript.
Huwelijksproblemen. Niet zo rampzalig als bij de Hoffmans en de McAuliffs, maar geloofwaardig, goed geschreven, heel boeiend. De telefoon ging.
Ze keek naar het toestel. Pakte bij de tweede bel de hoorn op. 'Hallo?'
'Met Kay zelf? Niet met het antwoordapparaat? Grote goden, ik kan mijn oren niet geloven.'
'Hoi, Roxie,' zei Kay. 'Sorry, ik heb het razend druk gehad.' 'Dat kan ik me voorstellen. Hoe gaat het met je Jonge Blauwoog?' 'Uitstekend,' antwoordde ze. Luisterde hij mee? 'Raad eens wie er volgend jaar april gaat exposeren in de Greene Street Gallery?'
'O god, Roxie,' zei ze. 'Dat is fantastisch! Welgefeliciteerd! Vertel!'
Roxie vertelde, ook over het ongeluk dat Fletchers moeder was overkomen, over hun plannen voor Kerstmis en over een film die ze hadden gezien. 'Alles goed met jou?' 'Prima,' zei Kay. 'Ik ben alleen wéken achter met lezen.'
'Zeg dat dan meteen! Daag, daag. We gaan zondag schaatsen. Ga je mee?'
'Ik zal het er met Pete over hebben. Ik bel je nog. Daag. Groeten aan Fletcher.' Ze legde neer.
Las verder.
Krabde aan haar hals.
Ging onder de douche.
Zag iets bewegen achter het beslagen glas. De deur schoof open en een naakte, glimlachende Pete stapte naar binnen. 'Verrassing,' zei hij terwijl hij haar onder de straal omhelsde. Even deinsde hij terug, zo warm was het water. Hij danste op en neer. 'Au, au...' Kay snakte naar adem. 'Zeg, aan dit soort Psycho-toestanden heb ik geen behoefte,' zei ze.
'Sorry.' Hij trok haar dicht tegen zich aan en kuste haar op haar wang. 'Ik heb heel even naar je gegluurd. Toen ik zag dat je onder de douche ging, dacht ik: Jezus, ik kan zomaar naar boven gaan en bij haar onder de straal stappen. Die verleiding kon ik niet weerstaan.'
'Ik wist wel dat je naar me keek,' zei ze.
'Ik wist dat jij het wist,' zei hij glimlachend. 'Het idee alleen al wond me op...'
Ze wendde zich af. Hij legde zijn vingers onder haar kin, draaide haar gezicht naar zich toe en keek haar aan. 'Ik heb niet gelogen, liefje,' zei hij. 'Echt niet. Ik ben twee keer met haar uit geweest, punt, uit. Als het meer was geweest, had ik het je verteld. Ik neem het je niet kwalijk dat je twijfelt, want ik heb je andere keren wel voorgelogen. Maar dit is de waarheid. Ik zweer het.' Hij kuste en omhelsde haar.
Onder het stromende water liefkoosde ze hem met haar tong. Ze wist niet dat hij een loper had, maar dat had ze kunnen bedenken. Zelfs als iemand zijn slot liet vervangen, lagen er reservesleutels in Dmitri's kantoortje, waar hij ongehinderd kon binnenlopen.
De volgende ochtend belde Kay de afdeling publiciteit. Tamiko nam op.
'Hoi. Zou je iets voor me willen doen, meid?' zei ze. 'Zou je me de kranteknipsels kunnen bezorgen over de sterfgevallen in de flat waar ik woon? Ik moet me toch eens op de hoogte stellen. De laatste keer was eind oktober, Hubert Sheer, met dubbel E.' 'Dat zit vast in een van de gegevensbanken waar we op geabonneerd zijn. Heb je daar al gekeken?'
'Daar had ik nog niet aan gedacht,' zei Kay. 'Daar kijk ik nooit.'
'Het adres is Madison Avenue 1300, hè?'
'Klopt.'
'Ik trek het wel even na. Als er niets in zit, bel ik iemand bij de Times. Kleine moeite.' 'Reuze bedankt alvast,' zei Kay. 'Wat hoor ik over jou en een droomprins?' 'We zijn goede vrienden,' antwoordde Kay. Toen haar bezoek om half elf wegging, bracht Sara een grote envelop van de afdeling publiciteit binnen. Er zat een computeruitdraai in, op harmonikapapier, ruim een centimeter dik. Kay las berichten over buurtbewoners die zich hadden verzet tegen de plannen die door Barry Beek waren ingediend om een torenflat met twintig woonlagen te bouwen op het perceel Madison Avenue 1300. Over Civitas en Carnegie Hill Neighbors die in het geweer kwamen, bijeenkomsten in de Brick Church, een rechtszaak die zich drie jaar voortsleepte en werd verloren. Toen was ze halverwege.
Ze las over de dood, naar men aannam veroorzaakt door drugs, van William G. Webber, 27, veiligheidsadviseur, die woonde aan Madison Avenue 1300.
Inderdaad, stond er in latere berichten, de dood van William G. Webber was veroorzaakt door een gigantische overdosis cocaïne. Hij was zowel dealer als gebruiker geweest; kennelijk had hij zijn versneden en onversneden handelswaar verwisseld. Gelukkig hadden zijn maats minder genomen dan hij.
Kay haastte zich naar de marketing-vergadering van elf uur, waar ze geen kwaad kon doen, met vier boeken op de best-sellerlijst van aanstaande zondag, twee fiction, twee non-fiction. June vroeg of ze op zaterdag 6 januari kwam eten, 'met Peter, of met iemand anders.'
Kay antwoordde dat ze graag zou komen, hoogst waarschijnlijk met Pete.
Ze nam een Britse agent mee uit lunchen in Perigord East. Zei tegen Sara dat ze niet gestoord wilde worden. Las over de zelfmoord van Naomi Singer, die uit het raam van haar flat op de vijftiende verdieping van Madison Avenue 1300 was gesprongen. In het bericht werd melding gemaakt van de fatale hartaanval een jaar daarvoor van een andere huurder, Brendan
Connahay, 54, en van de overdosis cocaïne die een derde huurder, William G. Webber, 27, daarvoor had ingenomen. Naomi Singer, 31, was produktieassistente bij WNET-TV geweest. Ze had zich op een donderdagmorgen ziek gemeld en was even voor twaalf uur 's middags uit het raam van haar woonkamer gesprongen. Mevrouw Singer, afkomstig uit Boston en afgestudeerd aan het prestigieuze vrouwencollege Wellesley, woonde pas drie maanden in New York. Ze liet een met de hand geschreven brief van één kantje achter waarin ze uiting gaf aan 'haar sombere kijk op de wereld en haar privé-aangelegenheden' en waarin ze 'haar familie en vrienden haar verontschuldigingen wilde aanbieden'. Psychische problemen en drugs kwamen in haar levensverhaal niet voor. De vrienden en collega's van Naomi Singer, 31, die zich op Madison Avenue 1300 uit het raam had gegooid, waren verbijsterd. Een zekere Barbara Ann Avakian werd geciteerd: 'Hoewel Naomi zich grote zorgen maakte over het milieu en de schending van de mensenrechten, had ze een positieve instelling. Gedurende de korte periode dat ze in deze flat woonde, had ze talloze vrienden gemaakt. Bovendien werkte ze met enthousiasme aan een nieuw project: een documentaire over daklozen. Ik begrijp werkelijk niet hoe ze zoiets afschuwelijks heeft kunnen doen.'
Kay las over de dood van Rafael Ortiz, 30, de conciërge van Madison Avenue 1300, wiens hoofd en linkerarm gedeeltelijk waren afgehouwen in de liftschacht. Hij was op een dinsdagochtend vroeg aan zijn gebruikelijke onderhoudsronde bezig geweest. Zulke ongelukken kwamen slechts sporadisch voor en werden vrijwel altijd in verband gebracht met het gebruik van drugs of alcohol, aldus een woordvoerder van de liftfabrikant. De dood van Ortiz was het vierde sterfgeval in de flat in krap twee jaar. Hij liet een zwangere vrouw en twee kinderen achter.
De sectie op Rafael Ortiz, 30, die gedeeltelijk onthoofd werd door het liftmechaniek in Madison Avenue 1300, wees niet op recent gebruik van drugs of alcohol.
Edgar P. Voorhees, een advocaat die de 1300 Madison Avenue Corporation vertegenwoordigde, weigerde commentaar op de snelle minnelijke schikking die was getroffen nadat de weduwe van wijlen Rafael Ortiz, 30, tien miljoen dollar had geëist van de eigenaar van de ongelukswoontoren in Upper East Side... Kay las over de dood van Hubert Sheer, 43, die in Madison Avenue 1300 in zijn douchehokje werd aangetroffen.
Ze las nogmaals over The Worm in the Apple, zijn tijdschriftartikelen, zijn docentschap aan de Columbia University en de universiteit van Chicago, zijn ouders en broers die achterbleven. Opnieuw las ze het commentaar van Martin Sugarman: 'Hij was bezig aan een boek dat zeker een belangrijke publikatie zou zijn geworden, een overzicht en een analyse van verleden, heden en toekomst van de televisie. Zijn dood is een verlies, niet alleen voor een ieder die hem kende, maar voor de gehele samenleving, die ongetwijfeld van zijn inzichten had kunnen profiteren.' De sectie op Hubert Sheer, 43, wees uit dat hij was verdronken in zijn douchebak. Hij was bewusteloos geraakt doordat hij op zijn hoofd was gevallen. Om het gips om zijn rechtervoet, die hij de week ervoor had gebroken bij een fietsongelukje, had hij een plastic tas gebonden. Hij was in de nacht van 23 op 24 oktober overleden - het vijfde sterfgeval in drie jaar op Madison Avenue 1300, de Verticale Doodskist.
Kay sloeg de uitdraai dicht en legde haar handen erop, plat naast elkaar. Ze trommelde langzaam met haar vingers. Ze had veel te veel griezelverhalen en thrillers geredigeerd, hield ze zich voor. Dodelijke valpartijen in het werkelijke leven waren vrijwel altijd ongelukken, zeker in douchehokjes.
Naomi Singers met de hand geschreven brief van één kantje kon onmogelijk vervalst zijn.
Hoewel?
Ze zat te kijken naar haar handen die roffelden op de platte harmonika van de computeruitdraai.
Kay vroeg Sara of ze Martin Sugarman voor haar wilde bellen. Met haar duim streek ze langs een hoekje van de stapel papier. Veel te veel griezelverhalen en thrillers... 'Hallo, Kay!'
'Hallo, Martin,' zei ze. 'Hoe is het met je?'
'Prima, dank je. Gefeliciteerd! Jullie lopen daar zeker met je hoofd in de wolken!'
'Dank je,' zei ze. 'Ik heb inderdaad nog geen klacht gehoord. Martin, ik heb net de berichten over de dood van Hubert Sheer nog eens doorgelezen...' 'O ja?'
'Weet jij toevallig,' vroeg ze, 'of hij van plan was om op bezoek te gaan bij een Japans bedrijf dat Takai of Sakai heette? Fabrikanten van beveiligingscamera's. Het neusje van de zalm, naar men zegt.' 'Ik heb een lijst met zijn afspraken en al zijn papieren die betrekking hadden op het boek. Ik heb de opdracht aan een andere auteur gegeven. Waarom wil je dat weten?'
Kay haalde eens diep adem. 'Ik ben me aan het verdiepen in die vijf sterfgevallen in mijn flat,' antwoordde ze. 'Wie weet zit er een boek in. Zou je voor me op die lijst kunnen kijken? Dat zou ik zeer op prijs stellen.'
'Natuurlijk, vanzelfsprekend. Wacht maar even.' Ze leunde achterover en draaide haar stoel. Keek naar de glazen kantoren aan de overkant, waar hier en daar al licht aanging. Te veel griezelverhalen en thrillers...
'Mijn secretaresse zoekt hem op. Kay, als ik bedenk wat voor soort boeken jij redigeert, zou het me niet verbazen als je dacht dat er een luchtje aan de zaak zit. Ik kan je meteen wel vertellen dat je op het verkeerde spoor zit, zeker wat Rocky's dood betreft.' 'Hoezo?' vroeg ze.
'Tijdens zijn val is hij met zijn slaap tegen de douchekraan gevallen, zo hard, dat hij bewusteloos raakte. Hij is op zijn knieën terechtgekomen, met zijn gezicht omlaag. Hij heeft water in zijn longen gekregen en is verdronken. Zo is het gebeurd, geen twijfel mogelijk. De vorm van de kneuzing kwam precies overeen met douchekraan. Dat is een apart model - dat kun jij weten, want je hebt er net zo een - en het is absoluut onmogelijk dat iemand hem daar met zijn hoofd omlaag zo hard tegenaan heeft geduwd dat hij bewusteloos is geraakt. Op die gebroken enkel na was hij een sterke, gezonde man. En er was niemand anders in huis, hij had die avond geen bezoek gehad en er was niet ingebroken.' Er ritselde papier. 'Hier heb ik de lijst. Hoe heette dat bedrijf ook alweer?' 'Takai of Sakai,' zei ze. 'Of iets dat erop lijkt.' 'Takai of Sakai... Ja, de Takai Company - T, A, K, A, I - in Osaka. Hij zou er dinsdag 31 oktober heen gaan, om acht uur 's morgens. Acht uur... Geen wonder dat ze daar zoveel werk verzetten. Hij heeft een aantekening gemaakt... "H. res. cam."... Camera's met een hoge resolutie zal dat wel betekenen. "Douane en inkl..."' 'Het douanekantoor en de inklaring,' zei ze. 'Ja, dat zou kunnen. Waarom vraag je juist naar dat bedrijf?' Kay zweeg. 'Kay?'
'Dat is te ingewikkeld om je nu uit te leggen,' zei ze. 'Bedankt, Martin.'
'Heb je gehoord wat ik zei? Het was een tragisch ongeluk. Het kan onmogelijk iets anders zijn geweest.' Kay zei: 'Ik heb het gehoord.'
'Wil je Norman en June mijn gelukwensen overbrengen?'
'Ja, dat zal ik doen,' zei ze. 'Nogmaals bedankt, Martin. Tot ziens.'
Ze legde de hoorn op het toestel.
Nu zat hij zich ongetwijfeld af te vragen of ze wel goed bij haar verstand was.
Dat vroeg ze zichzelf trouwens ook af.
Ze bedacht dat iemand de art-decokraan van elke douche in Madison Avenue 1300 af kon halen, met een schroevedraaier of zo, en die kon bevestigen aan een houten lat, aan een baseballbat of iets dergelijks...
Pete? Petey? Haar jonge minnaar?
Nee, daar was hij absoluut niet toe in staat.
Liegen, dat kon hij. Maar dat was ook geen wonder als je moeder actrice was en je vader president-directeur van een groot bedrijf.
Maar een leugen was héél iets anders dan een moord. Een moord was...
Een moord was iets heel spannends...
Ze keken naar de Wagnalls, de Bakers. Naar de Ostrows, de gast van de week van Yoshiwara Company en zijn genodigden.
Kay nam Pete op terwijl hij zat te kijken.
Hij wierp haar een zijdelingse blik toe.
Ze glimlachte. 'Weet je wat ik wel eens zou willen zien?'
'Wat dan?' vroeg hij.
'Ons,' zei ze.
Hij begon zachtjes te lachen. 'Ik was al bang dat je dat nooit zou vragen.' Hij boog zich naar haar toe en ze kusten elkaar. 'Niet weggaan,' zei hij.
Pete draaide zijn stoel om, stond op en liep naar de gang. Ook Kay liet haar stoel draaien. Ze rolde ermee opzij tot haar stoel tegen de zijne botste. Keek hem na. Hij liep de gang door, naar de achterkamer. Het licht ging aan, waarna hij tussen de dozen en andere rommel door naar binnen liep. Hij sloeg links af en verdween uit het zicht.
Kay draaide zich terug en stak haar hand uit. Ze drukte op de middelste knop van 13A, en de knop van scherm twee. Op scherm twee zag ze hem in het schemerdonker naar de hoek links onder in het beeld lopen. Hij knipte het licht aan in zijn rommelige, in Habitat-stijl ingerichte slaapkamer en deed de deur dicht. Tussen de deur en de kasten wand keerde hij zich naar de wand en hurkte neer. Zo te zien tilde hij iets op. Zijn hoofd en schouders onttrokken aan het zicht wat hij deed. Hij stond op en draaide zich om, met een cassette-achtig iets in zijn hand.