Authors: Ira Levin
Hij duwde de deur tegen de wind in open. Er schoot een kat - oranje, rood, wit - naar buiten. Het beest schichtte naar de woonkamer. De staart met het zwarte puntje was dik. Hij deed de deur verder open. Keek naar binnen en werd overvallen door een gevoel van moedeloosheid.
Een man met bebloed gezicht zat op de grond naast het voeteneind van het bed; hij kreunde en stak handen waar iets bloederigs in lag naar hem uit. Pete Henderson. Met rood-zwarte gaten waar zijn ogen hadden moeten zitten, als een acteur die is geschminkt voor Oedipus' laatste scène. Een spoor van gescheurde en verfomfaaide gordijnstof liep naar het open raam, waar... Christus! Daar klom iemand naar binnen, hief een donker hoofd en keek hem aan... Hij rende langs Henderson en knielde bij haar neer. Zijn hart bonkte. Hij greep de achterkant van haar riem beet en sloeg een arm om haar heen. Ze was koud en rilde. Haar donkere coltrui was nat. Hij sjorde haar op de vensterbank. Ze trok haar benen op en liet zich, met van pijn vertrokken gezicht, op haar zij rollen. De knieën van haar spijkerbroek waren aan rafels en er zat bloed aan. 'Mijn god!' zei hij. Henderson kreunde.
Sam hielp Kay overeind en schoof het raam achter haar dicht. Stond op en sloot het helemaal. Knoopte zijn jasje los. 'Ik zal dadelijk een ziekenwagen bellen!' schreeuwde hij. 'Aan mijn oren mankeert niets,' zei Henderson. Hijgend en huiverend zat Kay op de vensterbank en staarde in Hendersons richting. Ze sloeg haar armen over elkaar en stak haar handen onder haar oksels. Haar natte haar zat in de war, haar lippen zagen blauw. Toen Sam zijn colbertje om haar schouders legde, wendde ze zich naar hem toe. 'Felice?' vroeg ze. 'Mijn poes?' 'Die is de woonkamer in gerend,' antwoordde hij.
Ze zette haar handen op de vensterbank en duwde zich op. 'De douche,' zei ze.
Hij hielp haar overeind. 'Wat is er in godsnaam gebeurd?' vroeg hij. Samen liepen ze over de gordijnen heen. Sam ondersteunde haar. Hij zag dat ze hijgde en rilde. Henderson kreunde. Kay liep vlak langs de kasten en keek voor zich uit. Sam omvatte haar middel en schouder waar zijn colbertje overheen lag. Ze zei: 'Hij was van plan... ons allebei... te vermoorden...' 'Waarom?' vroeg hij.
'Hij heeft de anderen ook gedood,' zei ze. 'Het hele gebouw zit vol afluisterapparatuur. En videocamera's.'
'Wat?'
Bij de deur deed ze het colbertje uit. 'Hij is de eigenaar,' vertelde ze. 'Daar is de telefoon. Kijk uit, hij heeft jouw pistool.' Ze gaf Sam zijn jasje terug en keek hem aan. 'Hij is de zoon van Thea Marshall,' zei ze.
'Dat dacht ik al! Videocamera's? Toe, ga nu maar, sorry.' Ze ging naar de badkamer en knipte het licht aan. Deed de deur dicht en op slot.
Schopte haar gympjes uit. Liep naar de douchecabine. Pakte de art-decokraan. Zette het water heel warm. Terwijl het omlaagstroomde, kleedde ze zich helemaal uit, bekeek haar geschaafde knieën, handen en vingers, en masseerde haar armen. Zette het water nog warmer. Huilend sloeg ze haar armen om zichzelf heen.
Toen ze bij de Verticale Doodskist uit de politiewagen stapten - volgens Sams horloge was het even na tweeën - brandden er felle halogeenlampen op statieven aan weerszijden van de luifel, stonden er busjes dubbelgeparkeerd en kwam er nog een busje in vliegende vaart om de hoek van Ninety-second Street zetten. Zwarte camera's, rustend op mannenschouders, werden op hen gericht. Sam weerde ze links en rechts af met zijn omhooggestoken middelvinger. Walt zwaaide dreigend met een sneeuwschuiver. Ze zagen kans de hal te bereiken, waar minstens twintig huurders zich om enkele radio's hadden gegroepeerd, eenstemmig van oordeel dat ze gezamenlijk een proces zouden beginnen. 'Wordt echt alles in het hele gebouw afgeluisterd en bekeken?' vroeg Vida.
'Ja,' zei Kay.
Dmitri vroeg: 'Heeft hij Rafael vermoord, en ook al die anderen?' 'Brendan Connahay niet,' antwoordde ze.
'Ze hebben banden meegenomen,' zei Stefan. 'Stonden wij daarop?'
Ze knikte bevestigend.
'Is hij blind?' wilde iemand weten.
'Ja,' antwoordde Sam. 'Beste mensen,' zei hij, met zijn handen geheven en zijn rug naar de liften toegekeerd, 'wij hebben op het politiebureau met verslaggevers gesproken. Jullie kunnen het morgen in de krant lezen. Ik wil niet onaardig doen, maar we hebben een afschuwelijke avond achter de rug, vooral mevrouw Norris. Pete Henderson ligt in het Metropolitan Hospital, onder politiebewaking. Hij zal nooit meer iets kunnen bekijken. Als u vragen heeft, moet u bij inspecteur Wright van het wijkbureau zijn. Een bijzonder aardige en voorkomende man, dat zult u wel merken. Bedankt.'
Ze gingen in de rechter lift naar boven.
Kay zette echte koffie, die ze op de bank opdronken. Felice lag opgerold op haar schoot te slapen.
'Dat wordt de beroemdste poes van het hele land,' zei Sam. 'Die mag nog eens een avondje stappen met Morris uit Nine Lives.' Kay nam een slok koffie. 'Wat hebben ze daar nou aan,' zei ze. Glimlachend bestudeerde hij haar. Nam een slok, keek omhoog naar de plafonnière. 'Ongelooflijk,' zei hij. 'Televisiewaanzin... Ach, het zat er dik in dat die vroeg of laat zou toeslaan.' 'Hij is niet de eerste die eraan lijdt,' zei ze. 'Er is ook nog een hotel dat vol apparatuur zit, en een paar andere flats. Tenminste, dat zei hij. Sam, hoor eens.' Ze keek hem aan. 'Ik verzeker je dat ik nooit naar jóu heb gekeken. Dat heb ik meteen als voorwaarde gesteld: geen Sam en geen badkamers.'
'Toch een prettig idee dat je zo kieskeurig was,' zei hij. 'Je hebt geen idee hoe fascinerend het is,' zei ze. 'Je kunt er absoluut niet mee ophouden. Er gebeurt altijd wel iets nieuws en zelfs prozaïsche dingen worden boeiend, want het is echt, en je weet nooit wat er nog meer komt.' Ze dronken verder van hun koffie.
'Ik ga naar beneden,' zei ze. 'Er zijn banden die ik wil vernietigen, banden die ze waarschijnlijk niet hebben gevonden. Banden waar ik op sta. En de banden die ze zoeken liggen daar misschien ook, al kan het zijn dat hij ze heeft gewist. Maar ik heb zo'n idee dat hij dat niet heeft gedaan, zeker niet als hij vanavond wilde opnemen.'
'Ik snap er niets meer van,' zei hij.
'Geeft niet,' zei ze. 'Maar ik ga naar 13B. Ga je mee?'
Ze keken elkaar aan.
'Alleen om die banden op te zoeken,' zei ze. 'Niet om te kijken.' 'Is de deur niet verzegeld?' vroeg Sam.
'Provisorisch, denk ik,' antwoordde Kay. 'Ik heb een sleutel. Wees maar niet bang, ik zal inspecteur Wright precies vertellen wat ik heb gedaan en waarom, zelfs al vind ik die andere banden niet. Ik weet zeker dat hij er begrip voor heeft. En anders is het mijn verantwoordelijkheid.'
Hij krabde achter zijn oor. 'Tja...' zei hij. 'Het lijkt me beter dat ik meega. Er is per slot van rekening een kleine kans dat ik die miniserie ga regisseren.'
'Hoezo, "een kleine kans"?' zei ze terwijl ze zich vooroverboog en haar beker op tafel zette. 'Dat komt in het contract te staan.' Ze nam Felice op de arm, stond op en draaide zich om. Toen ze haar voet neerzette, vertrok haar gezicht van pijn. 'O Jezusmina, mijn knieën,' zei ze.
'Ach ziel,' zei hij met een zorgelijk gezicht terwijl hij opstond en naar haar keek.
Ze zette Felice in het kuiltje van het kussen. Bukte zich en drukte een kus op haar kop. 'Brave poes,' zei ze. 'Je was geweldig.' Kuste haar op haar neus. 'Van nu af aan krijg je alleen nog maar tonijn.' Felice drukte zich dieper in het abrikooskleurige velours en begon met dichte ogen te spinnen. Haar snorharen trilden. Ze liepen naar de gang. Kay zei: 'Ik wil wedden dat iedereen nog op is en over de zaak zit te praten.'
Sam deed de deur naar de hal open en liet haar voorgaan. 'Ik zou best heel eventjes willen kijken,' zei hij en volgde haar.